.

zaterdag 10 december 2011

Het klooster

Ik heb vaak nachtermerries over het klooster. Geen mopje. Realiteit.

Het klooster is, in mijn ogen, de plaats waar je belandt als je echt maar dan ook echt geen andere uitweg meer weet in je leven.
Je voor de rest van je leven toewijden aan God. Geen 'ikziejegraag', NIETS! Alleen dat geloof waar je je dan wat krampachtig aan kan vasthouden.

Ik moet eerlijk toegeven. Ik heb lang gevreesd voor dat klooster. En misschien daarom net mijn niet zo positieve houding ertegenover. De schuldige is, zoals wel vaker bij verhalen zoals dit hier, papa Willy. Mijn papa moest zo rond de tijd dat ik geboren werd naar een feest in het klooster van Brugge, waar een nonnetje woonde dat we kenden. Goed kenden zelfs, want het was de zus van mijn oma.

Soit, papa had het er precies wel erg naar zijn zin op dat feest, wellicht heel blij met de geboorte van zijn leukste, intelligentste en mooiste dochter, en na een paar druppels alcohol zat de sfeer er goed in. Zo goed zelfs... dat hij er een papiertje had ondertekend. En zoals dat met handtekeningen op papiertjes op familiefeesten met alcohol gaat, zo was zijn handtekening beland op een contract waarop stond neergeschreven dat hij zijn pasgeboren dochter op haar 18de verjaardag zou afstaan aan het klooster.

Dat verhaal heb ik dan ook zo een stuk of 30 keer mogen horen in mijn leven. En geloof me goed. De schrik zat er goed in dat dat het werkelijk zo zou aflopen met mij. In het klooster.

Elk jaar, zo rond mijn verjaardag in november, denk ik eens terug aan dat gekke verhaal. En word ik natuurlijk kwaad. Hoe kan je nu je dochter afstaan aan het klooster? Zelfs met 2.7 promille alcohol in je bloed ben je nog niet zat genoeg om zo een gruwelijke daad te verrichten. Maar dat was duidelijk buiten papa gerekend, die al eens kan uitblinken in zo een onverwachte daden.

Elk jaar, die vlaag van angst. Zweten, piekeren, vrezen. Dat er plots Louis de Funèsgewijs twee nonnen in een geit zouden komen opdagen. Met een kooi en een paternoster in de hand.
 En het opschrift: 'God wilt U' op een sticker vanachter op de kofferbak.

Nu, ik heb gelukkig nog geen enkele dreigende non op mijn oprit zien verschijnen, maar de schrik dat er plots toch één zou opduiken, zit er nog altijd wat in.

Als ik de hele situatie eens overdenk, vermoed ik dat mijn mama die kloosternonnetjes ooit eens enkele weesgegroetjes en een doos versgebakken speculozen heeft gestuurd, samen met de vriendelijke vraag om de dochter toch maar te schrappen van de lijst met kandidaten.
Geen leugens, ik merk dat wel aan de manier waarop ze het verhaal nog maar eens oprakelt. Alsof ze blijft hopen op een dankjewelletje, omdat ze mijn vel heeft gered. En mijn toekomst.

Daarom nu.
Heel oprecht,
dank je wel mama.


88% waarheid.

zaterdag 3 december 2011

Broers

Lastpakken, profiteurs, klootzakken,  ... yep, dat zijn mijn twee oudere broers. Toch als ze een slechte dag hebben en me weer maar eens inschakelen als radertje in hun machine of life. Als ze me diezelfde dag compleet negeren en betere dingen te doen hebben...  Zo erg soms dat ik stiekem wens dat ik enig kindje was en dat ik me dan geen zorgen moet maken over hun soms geprikkelde gedrag.

En dan komt er die nachtmerrie, plots, rond een uur of drie. Dat ze over een oliespoor rijden en tegen een boom terechtkomen. Een cliché van een droom: een begrafenis, een koffietafel  en voor ik het weet, zit ik neergeknield voor hun graf met een bloemetje in beide handen. Plots, een weeszus. Weg lastpakken, profiteurs. Weg radertje in hun machine.
...

Gelukkig is het tien uur en heeft de nachtmerrie de ochtend niet overleefd, staat er nu een broer springlevend voor mijn neus, me te negeren en zich wellicht wat te ergeren aan mijn ietwat klungelige opstelling van laptops, boxen en kabels in de living. Dag lastpak, profiteur, ... Blijf nog even in mijn leven! Want ik vind jullie leuk! Stiekem echt wel!