De krekel
was bijna jarig en wilde heel graag dat iedereen naar zijn verjaardag kwam.
Iedereen... maar niet de beer.
Hij schreef een brief aan de beer.
Iedereen... maar niet de beer.
Hij schreef een brief aan de beer.
Beste beer,
Ik wil niet dat je op mijn verjaardag komt. Je
schrokt, je morst, je trapt bij het dansen op de tenen, je geeft cadeaus waar
niemand wat aan heeft. Je zingt vals en erg luid. Je zegt dat het gezellig is
als je nog niet eens kan weten of het gezellig is. Je dringt iedereen opzij om
het eerst bij de taart te kunnen. En als er geen honingtaart is, roep je "Waarom
is er geen honingtaart?". Als alles op is vraag je wel 10 keer of alles echt op
is en als alles echt op is, vraag je waarom er niet meer was.
Je valt in slaap als iemand een toespraak
houdt, je zakt van je stoel zodra je slaapt. En je snurkt. Als iedereen naar
huis is, lig jij nog op de grond te snurken. En als je wakker wordt, ga je op
zoek naar kruimels.
Je... Ach, laat ook maar... kom maar wel, het is eigenlijk wel heel gezellig als je komt. Morgen ben ik jarig, ik zou het heel leuk vinden als jij ook komt.
Je... Ach, laat ook maar... kom maar wel, het is eigenlijk wel heel gezellig als je komt. Morgen ben ik jarig, ik zou het heel leuk vinden als jij ook komt.
Tot morgen!
De krekel
©TT
©TT
