.

dinsdag 17 april 2012

Samsonschoenen



Ik was zes jaar. Zoiets. En ik wou ze heel heel heel erg graag. Maar echt enorm graag. En niet dat ik ze zooo fantastisch mooi vond, en nu nog steeds niet. Ik vond ze gewoon cool. Alleen al omdat ze klevers hadden en geen veters. Want mama wou altijd veters en ik had een hekel aan dat tijdverlies bij het knopenleggen. Nee, klevers of plakkers... zoals alle echte van onze leeftijd.

Ik zag ze staan, elke keer toen mama om een voorraadje Komrads ging voor papa, bij Brantano, want daar moest je zijn voor een voorraadje van dezelfde soort schoenen in dezelfde maat. Elke keer weer die kwelling en de vele keren 'nee'. En elke keer probeerde ze nog: waarom niet die gelakte schoentjes (met veters jak), die staan zo mooi op dat ribfluwelen rokje dat je nooit wil aantrekken voor mij.
'Rokjes zijn voor meisjes, mama.'
'Wat ben jij dan denk je?'
'Grmbl.'

Meisjes waren stom. Niet allemaal hoor, Katrijn bijvoorbeeld, die was cool en speelde ook graag met Lego. De rest... waren echte meisjes, met barbies en een fake strijkplank, en droegen rokjes. Jak.

'Of hier, roze slippers!! Dat heb je nog nodig voor je eerste Chirokamp.'
'Ik wil niet op kamp met de Chiro, dat zit daar vol met meisjes'

'Ik wil alleen maar Samsonschoenen', zuchtte ik, 'met lichtjes aan de zijkant, wit en sportief, waar je hard mee kan lopen, dat ik Katrijn eindelijk eens kan voorbijsteken.'
'Daar ben je nog veel te klein voor, Sofie.' antwoordde mama kort en voor de laatste keer.

Traantjes.

Ik werd zeven, en nog steeds had ik ze niet gekregen. Enkel gelakte schoenen, die ik zo weinig mogelijk probeerde te dragen en al zeker niet op dat rokje, tot grote ergernis van mama. En roze slippers, waarmee ik niet op chirokamp geweest was, want dat kamp zat vol met meisjes.

Ik had ze dus effectief niet gekregen en geen haar op mama's hoofd dacht het tegenovergestelde.
En toen kwam die dag dat papa zelf om zijn voorraadje werkschoenen ging naar Brantano en hij me meenam om te helpen dragen. Ik was voorbereid. Het plan zat al maanden in mijn hoofd. Uitstappen. Papa opjagen: komaan papa, straks is het spitsuur aan de kassa. Recht naar de sportschoenenafdeling, bij maat 32. Even blijven treuzelen. Aandacht vragen door opvallend onopvallend te hoesten. Bij reactie overtuigend wijzen in de richting van het samsonrek. En bij een nee-woord het ontroostbare verdriet bovenhalen, zonder in te houden.

En zo liep het die dag in Brantano:
Papa, die intussen een zevental dozen rijker was, slenterde traagjes naar me toe. 'Waar ben je? Ik zie niet waar ik loop...'
'Papa, ik wil die schoenen. Mama wil ze niet voor me kopen.', begon ik.
En ik paste mijn plan stap voor stap toe.

Bedenkelijke blik.
Pruillip...
Klikkend tonggeluid.
Een bengelend traantje...
Twijfelende zucht.
Dichtgeknepen lippen...
(...)
Pretlichtjes.
Papa keek grinnikend naar de Samsonschoenen, dan naar mijn kwaad en verdrietig vertrokken gezichtje en  weer naar de schoenen.
'Neem ze maar mee... aanstellertje dat je bent, maar niets zeggen aan mama hoor.'

Ik herinner me weinig ruzies tussen mijn ouders, maar die van die avond kan ik me nog behoorlijk goed voor de geest halen. Zeker toen een van mijn broers nog wat olie op het vuur goot door er op te wijzen dat zo een lichtjes gemiddeld twee weken bleven branden.

Ik glom van trots, letterlijk zelfs en om mama toch een beetje tevreden te stellen, vertrok ik de volgende dag naar school met mijn ribfluwelen rokje aan en mijn knalwitte knipperende Samsonschoenen eronder.

78% waarheid.

zaterdag 10 december 2011

Het klooster

Ik heb vaak nachtermerries over het klooster. Geen mopje. Realiteit.

Het klooster is, in mijn ogen, de plaats waar je belandt als je echt maar dan ook echt geen andere uitweg meer weet in je leven.
Je voor de rest van je leven toewijden aan God. Geen 'ikziejegraag', NIETS! Alleen dat geloof waar je je dan wat krampachtig aan kan vasthouden.

Ik moet eerlijk toegeven. Ik heb lang gevreesd voor dat klooster. En misschien daarom net mijn niet zo positieve houding ertegenover. De schuldige is, zoals wel vaker bij verhalen zoals dit hier, papa Willy. Mijn papa moest zo rond de tijd dat ik geboren werd naar een feest in het klooster van Brugge, waar een nonnetje woonde dat we kenden. Goed kenden zelfs, want het was de zus van mijn oma.

Soit, papa had het er precies wel erg naar zijn zin op dat feest, wellicht heel blij met de geboorte van zijn leukste, intelligentste en mooiste dochter, en na een paar druppels alcohol zat de sfeer er goed in. Zo goed zelfs... dat hij er een papiertje had ondertekend. En zoals dat met handtekeningen op papiertjes op familiefeesten met alcohol gaat, zo was zijn handtekening beland op een contract waarop stond neergeschreven dat hij zijn pasgeboren dochter op haar 18de verjaardag zou afstaan aan het klooster.

Dat verhaal heb ik dan ook zo een stuk of 30 keer mogen horen in mijn leven. En geloof me goed. De schrik zat er goed in dat dat het werkelijk zo zou aflopen met mij. In het klooster.

Elk jaar, zo rond mijn verjaardag in november, denk ik eens terug aan dat gekke verhaal. En word ik natuurlijk kwaad. Hoe kan je nu je dochter afstaan aan het klooster? Zelfs met 2.7 promille alcohol in je bloed ben je nog niet zat genoeg om zo een gruwelijke daad te verrichten. Maar dat was duidelijk buiten papa gerekend, die al eens kan uitblinken in zo een onverwachte daden.

Elk jaar, die vlaag van angst. Zweten, piekeren, vrezen. Dat er plots Louis de Funèsgewijs twee nonnen in een geit zouden komen opdagen. Met een kooi en een paternoster in de hand.
 En het opschrift: 'God wilt U' op een sticker vanachter op de kofferbak.

Nu, ik heb gelukkig nog geen enkele dreigende non op mijn oprit zien verschijnen, maar de schrik dat er plots toch één zou opduiken, zit er nog altijd wat in.

Als ik de hele situatie eens overdenk, vermoed ik dat mijn mama die kloosternonnetjes ooit eens enkele weesgegroetjes en een doos versgebakken speculozen heeft gestuurd, samen met de vriendelijke vraag om de dochter toch maar te schrappen van de lijst met kandidaten.
Geen leugens, ik merk dat wel aan de manier waarop ze het verhaal nog maar eens oprakelt. Alsof ze blijft hopen op een dankjewelletje, omdat ze mijn vel heeft gered. En mijn toekomst.

Daarom nu.
Heel oprecht,
dank je wel mama.


88% waarheid.

zaterdag 3 december 2011

Broers

Lastpakken, profiteurs, klootzakken,  ... yep, dat zijn mijn twee oudere broers. Toch als ze een slechte dag hebben en me weer maar eens inschakelen als radertje in hun machine of life. Als ze me diezelfde dag compleet negeren en betere dingen te doen hebben...  Zo erg soms dat ik stiekem wens dat ik enig kindje was en dat ik me dan geen zorgen moet maken over hun soms geprikkelde gedrag.

En dan komt er die nachtmerrie, plots, rond een uur of drie. Dat ze over een oliespoor rijden en tegen een boom terechtkomen. Een cliché van een droom: een begrafenis, een koffietafel  en voor ik het weet, zit ik neergeknield voor hun graf met een bloemetje in beide handen. Plots, een weeszus. Weg lastpakken, profiteurs. Weg radertje in hun machine.
...

Gelukkig is het tien uur en heeft de nachtmerrie de ochtend niet overleefd, staat er nu een broer springlevend voor mijn neus, me te negeren en zich wellicht wat te ergeren aan mijn ietwat klungelige opstelling van laptops, boxen en kabels in de living. Dag lastpak, profiteur, ... Blijf nog even in mijn leven! Want ik vind jullie leuk! Stiekem echt wel!

zondag 3 juli 2011

Mijn hond kan voetballen



Mijn hond Luna kan voetballen...
Echt waar.
Nuja, niet echt het voetbalspel dat je op televisie ziet, dat is wat moeilijk met al die poten. Wel een variant erop,  die we onlangs samen hebben uitgedokterd. Nationale televisie-waardig, zo vonden we zelf.  Hondvriendelijk en 1000 keer minder saai dan het echte spel.

Om de Luna-variant te kunnen spelen heb je alvast twee ballen nodig en een plein dat ongeveer de grootte heeft van een tuin waarin je een comfortabele barbecue voor 50 personen en een tuinkabouter kan organiseren, liefst één dat afgesloten is met grote sparren en met best geen buxussen in de buurt.. Je speelt altijd met een even aantal spelers, waarvan de helft viervoeters. Let op, doe liever geen teenslippers aan.

Het spel start als een van de ballen in beweging wordt gebracht, best door iemand die niet deelneemt aan de wedstrijd. Wie als eerste de bal aanraakt, is aan zet. Van dan af wordt de tegenpartij verdediger van zijn doel en moet die proberen het projectiel zo vlug mogelijk te ontfutselen van de andere. Je kan scoren door de bal aan de overzijde van het terrein te brengen tussen de twee doelpalen van de tegenstander, zoals bij het echte spel. Lijkt allemaal heel gewoontjes... maar nu komen de aanpassingen.

De hond kiest waar de doelpalen zijn, je zal wel merken dat het spel anders niet gespeeld kan worden. Als je aan zet bent en je hond komt schuimbekkend op je af, hou dan rekening met het feit dat tackles van de intussen wat speels-agressief geworden viervoeter niet afgestraft kunnen worden. (een regel waar Luna erg op stond) Om niet al te veel kleerscheuren op te lopen, kan je een tweede bal in het spel brengen, die als afleider dient. Dit is aan te raden als je hond een pitbull of rottweiler is. Met deze bal kan echter niet gescoord worden. Schunnig taalgebruik is verboden. Net als de woorden: "Kijk daar, een konijn."

Het spel is gedaan als je je hond laat winnen.



Nog enkele kleine regeltjes voor de goede gang van zaken:

- Het is verboden de hond om te kopen, het aanbrengen van bouten, hondenbrokjes, boterhammen met
  choco wordt gezien als omkoperij.
- De hond mag op zijn/haar beurt geen gebruik maken van vlijmscherpe hoektanden en niet-geveilde nagels. staarten en lange oren mogen wel meedoen.
- Als de bal buiten rolt, geldt er een gedoogbeleid naast het veld. Wie de bal als eerste op het veld brengt, krijgt een punt. Hoe je het doet, dat maakt niet uit. Enkel vuurwapens en discussiërende politici zijn verboden.
- Buitenspel bestaat niet. Toch geen hond die dat snapt.

73,5% waarheid

donderdag 16 juni 2011

Mocht jij muziek zijn




Mocht jij muziek zijn,
dan zou ik jaloers zijn
op zoveel.

Ik zou je wel delen,
maar niet met iedereen.
Ik zou met je pronken,
gewoon niet de hele tijd.
Ik zou je liefst
ergens stiekem
voor mezelf houden.



Mocht jij muziek zijn,
dan zou ik soms kwaad zijn.

Omdat je te hard bent
of te zacht.
Omdat je vals klinkt
en niet oprecht.

Omdat je niet luistert
en ik dat wel doe.


Mocht jij muziek zijn,
dan zou ik gek worden

Ik zou je laten afspelen,
opnieuw en opnieuw.
Je zou in mijn hoofd spoken
en me verwarren,
omdat je zo vaak
opnieuw en opnieuw
afspeelt.


Mocht jij muziek zijn,
dan zou ik van je houden.

Voor altijd,
denk ik.

vrijdag 3 juni 2011

Anna



Oude mensen zijn roddelziek, traag en irritant. Gewoon een afgebleekte schim van wat wij, jonge volken, zijn. 
Tenminste, dat denk ik toch elke keer als ik achter een rij bejaarden aanschuif in de supermarkt ...


Maar dan kom ik bij mijn oma en word ik even stil. Zit daar een fiere dame, 90 jaar oud, met een overwonnen kanker, bijna twee oorlogen achter de kiezen, zich af te vragen waarom ze nu toch de vijf over de wereld bekendste huisvrouwen (volgens Libelle) niet kan thuisbrengen. "En ik lees nochtans elke week de Libelle, kijk elke dag naar Het Journaal en De Rode Loper!" Dan lacht ze eens naar mij en lees ik in haar ogen een jeugdige nieuwsgierigheid die me op slag 70 jaar ouder doet voelen. Want stiekem, ik kende de huisvrouwen ook niet. 

En als ik vertel over mijn nieuwe jobje in Gent, geeft ze me een beschrijving van de Graslei, die beter klopt dan het in werkelijkheid is. Ze vraagt me soms de pieren uit mijn neus over dingske hier en dingske daar. Leeftijdsgenoten die op trouwen staan en waarin ze me alweer overtreft met haar kennis. En als ze over haar reizen begint lijkt ze de halve aardbol kent. New York? Zit het daar nog altijd vol met ratten? Ierland? Die overdrijven wel met hun kerken.

Ik geef toe, elke keer als ik van bij mijn meme Koeikens vertrek, ben ik de afgebleekte schim. Weg irritatie, weg roddels, weg traagheid. Mijn oma van 90 is een kind van deze tijd. Met een Golf 4 en een ietwat gevaarlijke rijstijl.  
Ik kijk op naar dat kranige dametje. De beste journalist van Kluizen, al beseft ze dat zelf niet echt.

99% waarheid.

zaterdag 21 mei 2011

Gelinkerhandicapt!



Wat sommigen ook beweren over de voordelen van linkshandig zijn... Ik vind het vooral gigantisch onhandig. Ik vervloek mezelf elke dag omdat ik niet deftig kan knippen, snijden, (netjes) schrijven, eten... Jaren aan mijn mama moeten vragen om het vlees op mijn bord te laten snijden, uit onkunde en uit beleefdheid voor de biefstuk. Ik kan het zelf ook wel maar geloof me, soms moet je je zwaktes kunnen toegeven.

De oorzaak hoef ik niet eens zo ver te zoeken.
Ik denk dat mijn linkerhand een soort trauma heeft opgelopen in het tweede leerjaar bij juffrouw Magda. Dat was tussen twee haakjes niet mijn meest favoriete juf. Ze kon er gewoon niet tegen dat ik al verder kon tellen dan de rest van mijn klasgenoten.
Op een keer gingen we een paddenstoel knutselen. Zo een mooie rode vliegenzwam. Een wc-papierrolletje en daarop een dekseltje, een rondje geknipt uit gekleurd, glanzend papier. En op dat rode deksel dikke ronde stippen. Toen ik, een half uur later dan de rest van de klas, klaar was met mijn erbarmelijke paddenstoelendeksel en half vierkante stippen, keek ik trots naar de juf. Zij echter, keek bedenkelijk weg... en bedacht hoe ze me kon uitleggen dat het echt geen kunstwerk was. Ze stuurde me daarom in een half gepikeerde bui richting derde kleuterklas, waar ik moest aankloppen met de boodschap: ik moet mijn paddenstoel komen tonen van juffrouw Magda. Wat toen volgde, is me lang, eigenlijk veel te lang bijgebleven. Juffrouw Claudine met spottende ondertoon: kijk kindjes, zo word je als je niet oplet in de derde kleuterklas! Tien minuten lang stond ik daar, uitgelachen worden door een dozijn kleuters tot de juf me weer richting 2e leerjaar stuurde. Zes jaar was ik, met traantjes in de ogen.


93% waarheid.

woensdag 11 mei 2011

Pas binnengelopen bericht

Vannacht, omstreeks 3.00u AM, werd een jarige dinosaurus opgemerkt ter hoogte van de Sint-Michielsbrug in Gent. De dino kwam wellicht van een feestje dat doorging op de Kouter, niet veel verderop. Eerder al kwamen klachten binnen bij politiezone Gent over geluidsoverlast op het plein.
Een dronken schipper merkte het prehistorisch dier op tijdens een avondwandeling langs de Korenlei. Hij verklaarde dat de dino wel vier meter hoog was en stilletjes "Happy Birthday" neuriede...
Verdere sporen zijn voorlopig bijster.
Merkt u de dino op, aarzel dan niet om contact op te nemen met Politiezone Gent of met de bevoegde instanties aan het stadskantoor. Om niet aan geloofwaardigheid in te boeten, doet u dat best binnen de kantooruren.
5% waarheid.