.

maandag 21 mei 2012

Uitnodiging

Ooit maak ik een uitnodiging zoals hieronder, en verstuur het dan naar iemand, gelijk wie. Gewoon een onbekend persoon op pagina 405 in de witte gids, voor mijn 150ste verjaardag misschien of om de 25ste dag van de lente te vieren. Maar wel met exact dezelfde opstelling.




De krekel was bijna jarig en wilde heel graag dat iedereen naar zijn verjaardag kwam. 
Iedereen... maar niet de beer.
Hij schreef een brief aan de beer. 


Beste beer,

Ik wil niet dat je op mijn verjaardag komt. Je schrokt, je morst, je trapt bij het dansen op de tenen, je geeft cadeaus waar niemand wat aan heeft. Je zingt vals en erg luid. Je zegt dat het gezellig is als je nog niet eens kan weten of het gezellig is. Je dringt iedereen opzij om het eerst bij de taart te kunnen. En als er geen honingtaart is, roep je "Waarom is er geen honingtaart?". Als alles op is vraag je wel 10 keer of alles echt op is en als alles echt op is, vraag je waarom er niet meer was.

Je valt in slaap als iemand een toespraak houdt, je zakt van je stoel zodra je slaapt. En je snurkt. Als iedereen naar huis is, lig jij nog op de grond te snurken. En als je wakker wordt, ga je op zoek naar kruimels. 

Je... Ach, laat ook maar... kom maar wel, het is eigenlijk wel heel gezellig als je komt. Morgen ben ik jarig, ik zou het heel leuk vinden als jij ook komt.

Tot morgen!

De krekel


©TT

dinsdag 17 april 2012

Samsonschoenen



Ik was zes jaar. Zoiets. En ik wou ze heel heel heel erg graag. Maar echt enorm graag. En niet dat ik ze zooo fantastisch mooi vond, en nu nog steeds niet. Ik vond ze gewoon cool. Alleen al omdat ze klevers hadden en geen veters. Want mama wou altijd veters en ik had een hekel aan dat tijdverlies bij het knopenleggen. Nee, klevers of plakkers... zoals alle echte van onze leeftijd.

Ik zag ze staan, elke keer toen mama om een voorraadje Komrads ging voor papa, bij Brantano, want daar moest je zijn voor een voorraadje van dezelfde soort schoenen in dezelfde maat. Elke keer weer die kwelling en de vele keren 'nee'. En elke keer probeerde ze nog: waarom niet die gelakte schoentjes (met veters jak), die staan zo mooi op dat ribfluwelen rokje dat je nooit wil aantrekken voor mij.
'Rokjes zijn voor meisjes, mama.'
'Wat ben jij dan denk je?'
'Grmbl.'

Meisjes waren stom. Niet allemaal hoor, Katrijn bijvoorbeeld, die was cool en speelde ook graag met Lego. De rest... waren echte meisjes, met barbies en een fake strijkplank, en droegen rokjes. Jak.

'Of hier, roze slippers!! Dat heb je nog nodig voor je eerste Chirokamp.'
'Ik wil niet op kamp met de Chiro, dat zit daar vol met meisjes'

'Ik wil alleen maar Samsonschoenen', zuchtte ik, 'met lichtjes aan de zijkant, wit en sportief, waar je hard mee kan lopen, dat ik Katrijn eindelijk eens kan voorbijsteken.'
'Daar ben je nog veel te klein voor, Sofie.' antwoordde mama kort en voor de laatste keer.

Traantjes.

Ik werd zeven, en nog steeds had ik ze niet gekregen. Enkel gelakte schoenen, die ik zo weinig mogelijk probeerde te dragen en al zeker niet op dat rokje, tot grote ergernis van mama. En roze slippers, waarmee ik niet op chirokamp geweest was, want dat kamp zat vol met meisjes.

Ik had ze dus effectief niet gekregen en geen haar op mama's hoofd dacht het tegenovergestelde.
En toen kwam die dag dat papa zelf om zijn voorraadje werkschoenen ging naar Brantano en hij me meenam om te helpen dragen. Ik was voorbereid. Het plan zat al maanden in mijn hoofd. Uitstappen. Papa opjagen: komaan papa, straks is het spitsuur aan de kassa. Recht naar de sportschoenenafdeling, bij maat 32. Even blijven treuzelen. Aandacht vragen door opvallend onopvallend te hoesten. Bij reactie overtuigend wijzen in de richting van het samsonrek. En bij een nee-woord het ontroostbare verdriet bovenhalen, zonder in te houden.

En zo liep het die dag in Brantano:
Papa, die intussen een zevental dozen rijker was, slenterde traagjes naar me toe. 'Waar ben je? Ik zie niet waar ik loop...'
'Papa, ik wil die schoenen. Mama wil ze niet voor me kopen.', begon ik.
En ik paste mijn plan stap voor stap toe.

Bedenkelijke blik.
Pruillip...
Klikkend tonggeluid.
Een bengelend traantje...
Twijfelende zucht.
Dichtgeknepen lippen...
(...)
Pretlichtjes.
Papa keek grinnikend naar de Samsonschoenen, dan naar mijn kwaad en verdrietig vertrokken gezichtje en  weer naar de schoenen.
'Neem ze maar mee... aanstellertje dat je bent, maar niets zeggen aan mama hoor.'

Ik herinner me weinig ruzies tussen mijn ouders, maar die van die avond kan ik me nog behoorlijk goed voor de geest halen. Zeker toen een van mijn broers nog wat olie op het vuur goot door er op te wijzen dat zo een lichtjes gemiddeld twee weken bleven branden.

Ik glom van trots, letterlijk zelfs en om mama toch een beetje tevreden te stellen, vertrok ik de volgende dag naar school met mijn ribfluwelen rokje aan en mijn knalwitte knipperende Samsonschoenen eronder.

78% waarheid.

zaterdag 31 maart 2012

Weet je wat ik graag zou kunnen?



Tijd maken!

Want net zoals water in de wereld, is er in mijn omgeving precies een serieus tekort aan.
Ook voor mezelf een beetje, maar vooral tijd voor anderen!
Tijd, die ze dan zouden kunnen gebruiken om leuke dingen te doen, alleen, met hun vrienden, of misschien ook eens met mij.

Ik zou een recept nodig hebben. Want ja, hoe begin je anders aan zoiets ingewikkeld abstracts.

Enkele uitgeperste horloges, drie liter gemoedsrust mengen met een flinke dosis wilskracht. Dat op een zacht vuurtje zetten. Intussen vier leuke momenten toevoegen, wel opletten dat het om heel leuke momenten gaat, die nog niet te gedateerd zijn, anders zou het allemaal wat fletser worden. Goed roeren! Alles samen opwarmen tot het kookt. Een half uurtje laten pruttelen zodat alle stress en druk eruit verdampt wordt. Het vuur afzetten, de gemaakte tijd in groene potjes gieten en dan wat laten afkoelen. Groene potjes, omdat we thuis alleen maar groene potjes hebben waar een dekseltje op past, en dekseltjes zijn nu eenmaal noodzakelijk om tijd op te bergen.

Dan zou ik die potjes aan mensen geven die zelf geen tijd kunnen maken. Zodat ze ook de kans krijgen om eens, zonder dat hun strengkijkende omgeving ook maar iets in de gaten heeft, iets te doen, waar ze anders geen tijd voor hebben.

Tijd is het enige goed waar iedereen precies evenveel van heeft gekregen. Je moet er maar eens over nadenken. In ons rijke Belgenlandje… Ik heb het nu niet over de mensen die onder de armoedegrens leven, maar over ons, wij die een computer, internet en elektriciteit kunnen betalen om dit te lezen: tegenwoordig ben je toch niet meer arm als je weinig geld hebt? Je bent als rijke Westerling vooral arm als je nooit meer tijd hebt. Want wat heb je aan je geld, als je geen tijd hebt om het te gebruiken? Niet al te veel denk ik dan.

Het is  bizar. Ik begrijp het niet zo goed. Iedereen krijgt een basishoeveelheid tijd, en sommigen komen ermee rond, velen hebben er ook te veel. Maar... meer en meer krijg ik de indruk dat we allemaal samen minder en minder tijd hebben, om te doen wat we echt willen doen in het leven. Gelukkig zijn en van die dingen en liefhebben en genieten en appreciëren.

Dus dat is jammer, want dat maakt ons arm. Het beperkt in vrijheid en in ervaringen opdoen. Misschien is het ook omdat we de laatste jaren veel meer keuzes krijgen dan we er voor ooit kregen. En hoe meer keuzes, hoe minder tijd je hebt om die per keuze te benutten. Waar zou het dan eigenlijk om gaan? Om tijd... of om keuzes. Want ik weet nu wel hoe je tijd moet maken, maar ik weet niet hoe je minder keuzes kan hebben. Daarvoor heb je een verdwijnmachine nodig, denk ik. En ik ken eigenlijk niemand die zo een machine heeft.

Weet je wat het is. Pas toch maar op met wat je doet met je tijd, want voor je het weet... is die om en kijk je achterom en zie je niet wat je ermee gedaan hebt, omdat je er gewoon te weinig mee gedaan hebt. Dat zou echt doodzonde zijn, denk ik.

Maar ik heb dus tijd... voor mensen die dat willen. Blijft wel niet zo heel lang goed, tja die tijd weer hé.
Dus wie wil, kom maar een potje halen. Je weet me wonen!
Ik moet de potjes wel terughebben!

97% waarheid

dinsdag 31 januari 2012

Voorpaginanieuws. yeah.

Voorpagina Het Laatste Nieuws (ongeveer) 25 augustus 2005
Typisch: de helft van de info is fout. Zoals je wel zal lezen in mijn echtgebeurde verhaal.
Misschien moet ik hen mijn idee van waarheidsmeters eens doorsturen

Ik zat onlangs alleen in de cinema. Voor Cutting Edge.
Alleen.
Dat is eng.
Want het is daar donker, en ik ben niet zo fan van donkere plaatsen waar ik 'alleen' ben.

Die cinemazetel... deed me terugdenken aan een oud griezelcinemaverhaal, dat ik zelf had meegemaakt.

Ik ging met Fien en Lore naar Kinepolis, we waren toen 17-18 jaar ongeveer.  Ik weet het nog goed, naar The Island, midden augustus ongeveer. Die film was met Scarlet Johannson en ging over rijke mensen die een kloon van zichzelf konden laten maken. Die klonen werden gekweekt op een eiland, en natuurlijk, zoals dat gaat in zo een films, liep dat niet goed af. Niet zo een enge film maar... af en toe steeg de algemene bloeddruk toch eens in de zaal. Ik heb het einde van de film nooit gezien. Nooit durven verder kijken sinds die keer...

We hadden de film van  17u gekozen, want het was bloedheet die dag, een hittegolf, meer dan 30 graden. Dus we zochten verkoeling, en dat vind je bij kinepolis, goeie airco, toen toch!
We dachten, we zetten ons op het gemak, op de laatste rijen, dan kunnen we ook niemand lastig vallen als we, wat niet echt een uitzondering was bij ons, weer maar eens om iets stom in de lach schoten.
We zaten als volgt, van links naar rechts... Ikzelf, Fien, Lore. En dan aan de andere kant van ons rij nog ene paar mensen. Links van mij zat niemand.

Halfweg de film wordt de spanning plots opgebouwd, de klonen proberen te ontsnappen uit hun geconditioneerde wereldje, naar de echte wereld. Met de nodige geluidseffecten tot gevolg.
En midden in zo een scène raakte ik wat afgeleid, ... en midden in zo een scène draaide ik mijn hoofd en zag ik iets wat ik tot op vandaag nog haarscherp voor mijn geest kan halen. Mijn eerste reactie... was lachen. Ik dacht dat het de technicus van de zaal was, die ons een lesje wou leren, omdat we met onze blote voeten (we hadden teenslippers aan, alle drie) op de bankjes voor ons zaten .

En Michiel, Fien haar liefje, had eens verteld dat hij ooit ook zijn voeten (met schoenen) op de bank voor hem had gelegd en dat een technicus dat had opgemerkt en vanuit de regiekamer een balletje had gegooid naar zijn hoofd, met een dreigende vuist, toen Michiel keek vanwaar het balletje kwam.

Dus ik keek naar links en ik dacht eerst: oei, ik moet mijn voeten van de bank doen, en dan een stomme verontschuldigende lach, omdat de manier waarop, nogal absurd was. Ik tikte op Fien haar schouder en vroeg haar hetzelfde te doen.
Drie, vier lange seconden later... drong het echt tot me door. Ik schreeuwde de longen uit mijn lijf. Want... wat zag ik daar tussen de zeteltjes van de cinema, links van mij, op geen meter van mij verwijderd.
EEN MENSENHOOFD.
Dat steeds verder weg sloop.
Een mensenhoofd dat door de lichtinval van het scherm, lijkbleek was en me aan het aanstaren was.
Ik ben letterlijk op Fien haar schoot gesprongen. Moord en brand geroepen, heel de zaal keek naar ons. En dan "ZIJDE GIJ ZOT"

Plots sprong dat hoofd recht, keek ons aan, twijfelend. Wij naar hem, verbijsterd... Het was een man van Marokkaanse afkomst, en al zou dat er niet toe mogen doen, ik vind toch dat dat mag vermeld worden. Hij zag er een beetje afgeleefd uit.

Ik was compleet over mijn toeren en kon mijn gedachten niet op één rij krijgen. Fien, die veel rationeler is in zo een dingen, was direct bij de pinken. Ze greep naar haar zak, die onder haar voeten op de grond lag en voelde of alles er nog in zat.
Niet dus
Haar gsm was weg en haar portefeuille ook.

De man schoof naar achter, verder en verder weg uit de rij. Fien, RAZEND, stapte er op af. En als je weet dat Fientje toen het tengerste meisje was van haar leeftijd, dan... kon je, moest t niet zo serieus geweest zijn, jezelf bijna dubbel plooien voor het volgende tafereel. Fien die het opneemt tegen een man, bijna twee keer groter en drie keer zwaarder dan haar: GEEF MIJN PORTEMONNEE TERUG. NU!
En de dief, compleet in het nauw, zonder aarzelen, de portefeuille naar Fien. Een sorry en in gebroken Vlaams 'ik zal het nooit meer doen'

Hij zette het op een lopen.

Fien opgelucht en in vreemde extase tegelijk.
En het plots besef: die kerel heeft mijn GSM nog!

Lore springt recht en sleurt me in mijn complete verwardheid, mee naar beneden. Een achtervolgingsmanoeuvre om nooit meer te vergeten, op onze blote voeten, want onze slippers hadden we uitgedaan, en tijd om ze te zoeken, was er niet. Door de zaal, waar nog andere mensen even verbijsterd aan het meevolgen waren... -en geloof me: kunnen zeggen dat je door een 70-tal mensen interessanter werd bevonden dan Scarlett Johannsen, die net een semi naaktscene aan het opvoeren was, dat voelt wel goed aan, bedacht ik me achteraf- naar een zijuitgang van Kinepolis, het Muinkpark (waar vroeger een dierentuin was, zo vertelde Pieter Jan me gisteren op de VKB-vergadering) binnen.

Roepen, tieren. HOU DIE MAROKKAAN TEGEN!!!!! (sorry een beetje voor die 'rassenverwijzende' uitspraak, maar... wat konden we anders roepen) Twee studenten, die toen aan het studeren waren voor hun tweede zit in het park, veerden overeind en tackelden op een heel cool manier die stoute dief.

Direct naar de politie gebeld: LORE WAT IS HET NUMMER VAN DE FLIKKEN? KWEET NIET!! Aan twee mensen moeten vragen, want ik had het nog nooit nodig gehad. 101 dus... Op zo een momenten is het echt het laatste nummer dat in je opkomt.

In gigantische paniek gebeld...
"we komen onmiddellijk, blijf rustig waar je bent, alles komt in orde", achteraf nog eens goed gelachen met dat zinnetje.

Wachten
en wachten
en wachten.

Die kerel maakte intussen een onverwachte beweging en kon zich loswrikken uit de greep van de student. Hij verdween, als een dief in de nacht, en keerde nooit meer terug.

Een HALF UUR later kwam politie Gent toe. Zelfs te voet, achteruitstappend, doe je er zo lang nog niet over om van aan het politiekantoor op de ring tot aan Ter Platenbrug te komen.

Verklaring laten afnemen. En Delfien terug opgevangen, die aan de ingang stond te trillen op haar benen, met onze slippertjes in haar handen.
We vroegen nog naar de verantwoordelijke van de Kinepolis, 'ik wil de verantwordelijke spreken', altijd al eens willen zeggen dat zinnetje, of we nu niet naar de film van 20u mochten gaan, om het einde te zien van The Island. Niet dat we daar nog zoveel zin in hadden, maar het was straf... want HET MOCHT NIET. Losers.

Waarom we zo kwaad waren op Kinepolis...
Door iets wat we nadien te weten waren gekomen.
Hoe die kerel is binnengeraakt, in de zaal..., en ik hou je niet tegen het ook eens te proberen. Spuw op Kinepolis! Met hun vele te dure films
Met een schroevendraaier en een bierkaartje of een stukje karton. Door de uitgangsdeur. Gewacht tot de laatste door de deur naar buiten ging, de deur die net niet dichtvalt... en er een bierkaartje/stukje karton tussengestoken.

Ik wist dat trucje nog van een Lord of The Ringsmarathon, twee jaar ervoor, ooit cadeau gekregen van Bert, voor mijn verjaardag denk ik, met de avant première van de laatste film. Dan mochten we dat ook toepassen, want zo konden we af en toe een luchtje gaan scheppen zonder een omweg langs boven te moeten maken. En per uitzondering mocht je je eigen eten meebrengen naar de zaal. Leuke ervaring, zeker omdat mensen daar naast pizza's en frieten eten, ook andere activiteiten uittesten. Zoals hun voorraadje weed in sigaretjes rollen, circuskunstjes voor het scherm, nu er toch publiek was, en ga zo maar door... dus ook veel bijgeleerd van hoe je gemakkelijk gratis Kinepolisfilmpjes kon gaan meepikken.
Nooit had ik het geprobeerd, maar ik had t beter wel gedaan. Want die stommeriken... gaven zelfs nog niet toe dat de fout ook bij hen lag, bij hun lak aan veiligheid in hun zalen. We hadden beter klacht ingediend.

Na onze verklaring moesten we mee naar een stukje politiekantoor in centrum Gent waar fotoboeken lagen met Marokkaanse dieven. Onze dief heette Mohammed ... ... Want dat had de student die hem had getackeld slimweg van zijn paspoort afgeschreven. Hij verbleef illegaal in het land. En tot op vandaag hebben we niets meer gehoord van dat verhaal.

En waarom ik dat nu precies zo eng vond, voor de stoerdere lezer, die de commotie niet snapt in mijn verhaal. Iets wat de krant zelfs niet begrepen had. Ik was echt een beetje in shock de dagen nadien, toen het volledig was doorgedrongen. Fien, degene die dus bestolen werd, zat naast me...  rechts van mij. De dief kwam van links en was achteruit aan het sluipen. Ik zat met mijn benen in de lucht. Fien ook. Die dief is ONDER ONZE BENEN DOOR naar haar zak geslopen, wij hebben daar niets maar dan ook niets van gemerkt op het moment zelf.
Het beeld van dat lijkbleke hoofd zie ik soms nog eens terug, als mijn eigen hoofd weer afdwaalt tijdens een film.
Sindsdien ben ik nooit meer naar een film gegaan waar er bijna geen volk in de zaal zat, nooit meer op de allerlaatste rij gaan zitten, nooit meer naar een film om 17u en nooit meer ook en dat is best wel jammer want ik hield van cinemafilms, ook van Kinepolis, heb ik sinds dat voorval echt 100% op mijn gemak naar een film gekeken in een Kinepoliszaal. Wel 90%, en dat is ook ok, maar vertrouwen... heb ik niet meer in die duisternis van de film.

Een tip voor je volgende cinemabezoek. Vraag eens aan de zaalwachters of ze de uitgang wel zeker goed hebben afgesloten. En leg je zakken op de zetel naast je of hou het dicht bij jou. En LEG JE BESCHOENDE VOETEN MAAR EENS GOED UITGESPREID OP HET ZETELTJE VOOR JE, LIEFST MET WAT MODDER AAN.

Stomme dief.
God straft altijd. Jou ook. Wacht maar.

95% waarheid.

zaterdag 10 december 2011

Het klooster

Ik heb vaak nachtermerries over het klooster. Geen mopje. Realiteit.

Het klooster is, in mijn ogen, de plaats waar je belandt als je echt maar dan ook echt geen andere uitweg meer weet in je leven.
Je voor de rest van je leven toewijden aan God. Geen 'ikziejegraag', NIETS! Alleen dat geloof waar je je dan wat krampachtig aan kan vasthouden.

Ik moet eerlijk toegeven. Ik heb lang gevreesd voor dat klooster. En misschien daarom net mijn niet zo positieve houding ertegenover. De schuldige is, zoals wel vaker bij verhalen zoals dit hier, papa Willy. Mijn papa moest zo rond de tijd dat ik geboren werd naar een feest in het klooster van Brugge, waar een nonnetje woonde dat we kenden. Goed kenden zelfs, want het was de zus van mijn oma.

Soit, papa had het er precies wel erg naar zijn zin op dat feest, wellicht heel blij met de geboorte van zijn leukste, intelligentste en mooiste dochter, en na een paar druppels alcohol zat de sfeer er goed in. Zo goed zelfs... dat hij er een papiertje had ondertekend. En zoals dat met handtekeningen op papiertjes op familiefeesten met alcohol gaat, zo was zijn handtekening beland op een contract waarop stond neergeschreven dat hij zijn pasgeboren dochter op haar 18de verjaardag zou afstaan aan het klooster.

Dat verhaal heb ik dan ook zo een stuk of 30 keer mogen horen in mijn leven. En geloof me goed. De schrik zat er goed in dat dat het werkelijk zo zou aflopen met mij. In het klooster.

Elk jaar, zo rond mijn verjaardag in november, denk ik eens terug aan dat gekke verhaal. En word ik natuurlijk kwaad. Hoe kan je nu je dochter afstaan aan het klooster? Zelfs met 2.7 promille alcohol in je bloed ben je nog niet zat genoeg om zo een gruwelijke daad te verrichten. Maar dat was duidelijk buiten papa gerekend, die al eens kan uitblinken in zo een onverwachte daden.

Elk jaar, die vlaag van angst. Zweten, piekeren, vrezen. Dat er plots Louis de Funèsgewijs twee nonnen in een geit zouden komen opdagen. Met een kooi en een paternoster in de hand.
 En het opschrift: 'God wilt U' op een sticker vanachter op de kofferbak.

Nu, ik heb gelukkig nog geen enkele dreigende non op mijn oprit zien verschijnen, maar de schrik dat er plots toch één zou opduiken, zit er nog altijd wat in.

Als ik de hele situatie eens overdenk, vermoed ik dat mijn mama die kloosternonnetjes ooit eens enkele weesgegroetjes en een doos versgebakken speculozen heeft gestuurd, samen met de vriendelijke vraag om de dochter toch maar te schrappen van de lijst met kandidaten.
Geen leugens, ik merk dat wel aan de manier waarop ze het verhaal nog maar eens oprakelt. Alsof ze blijft hopen op een dankjewelletje, omdat ze mijn vel heeft gered. En mijn toekomst.

Daarom nu.
Heel oprecht,
dank je wel mama.


88% waarheid.

zaterdag 3 december 2011

Broers

Lastpakken, profiteurs, klootzakken,  ... yep, dat zijn mijn twee oudere broers. Toch als ze een slechte dag hebben en me weer maar eens inschakelen als radertje in hun machine of life. Als ze me diezelfde dag compleet negeren en betere dingen te doen hebben...  Zo erg soms dat ik stiekem wens dat ik enig kindje was en dat ik me dan geen zorgen moet maken over hun soms geprikkelde gedrag.

En dan komt er die nachtmerrie, plots, rond een uur of drie. Dat ze over een oliespoor rijden en tegen een boom terechtkomen. Een cliché van een droom: een begrafenis, een koffietafel  en voor ik het weet, zit ik neergeknield voor hun graf met een bloemetje in beide handen. Plots, een weeszus. Weg lastpakken, profiteurs. Weg radertje in hun machine.
...

Gelukkig is het tien uur en heeft de nachtmerrie de ochtend niet overleefd, staat er nu een broer springlevend voor mijn neus, me te negeren en zich wellicht wat te ergeren aan mijn ietwat klungelige opstelling van laptops, boxen en kabels in de living. Dag lastpak, profiteur, ... Blijf nog even in mijn leven! Want ik vind jullie leuk! Stiekem echt wel!

zondag 3 juli 2011

Mijn hond kan voetballen



Mijn hond Luna kan voetballen...
Echt waar.
Nuja, niet echt het voetbalspel dat je op televisie ziet, dat is wat moeilijk met al die poten. Wel een variant erop,  die we onlangs samen hebben uitgedokterd. Nationale televisie-waardig, zo vonden we zelf.  Hondvriendelijk en 1000 keer minder saai dan het echte spel.

Om de Luna-variant te kunnen spelen heb je alvast twee ballen nodig en een plein dat ongeveer de grootte heeft van een tuin waarin je een comfortabele barbecue voor 50 personen en een tuinkabouter kan organiseren, liefst één dat afgesloten is met grote sparren en met best geen buxussen in de buurt.. Je speelt altijd met een even aantal spelers, waarvan de helft viervoeters. Let op, doe liever geen teenslippers aan.

Het spel start als een van de ballen in beweging wordt gebracht, best door iemand die niet deelneemt aan de wedstrijd. Wie als eerste de bal aanraakt, is aan zet. Van dan af wordt de tegenpartij verdediger van zijn doel en moet die proberen het projectiel zo vlug mogelijk te ontfutselen van de andere. Je kan scoren door de bal aan de overzijde van het terrein te brengen tussen de twee doelpalen van de tegenstander, zoals bij het echte spel. Lijkt allemaal heel gewoontjes... maar nu komen de aanpassingen.

De hond kiest waar de doelpalen zijn, je zal wel merken dat het spel anders niet gespeeld kan worden. Als je aan zet bent en je hond komt schuimbekkend op je af, hou dan rekening met het feit dat tackles van de intussen wat speels-agressief geworden viervoeter niet afgestraft kunnen worden. (een regel waar Luna erg op stond) Om niet al te veel kleerscheuren op te lopen, kan je een tweede bal in het spel brengen, die als afleider dient. Dit is aan te raden als je hond een pitbull of rottweiler is. Met deze bal kan echter niet gescoord worden. Schunnig taalgebruik is verboden. Net als de woorden: "Kijk daar, een konijn."

Het spel is gedaan als je je hond laat winnen.



Nog enkele kleine regeltjes voor de goede gang van zaken:

- Het is verboden de hond om te kopen, het aanbrengen van bouten, hondenbrokjes, boterhammen met
  choco wordt gezien als omkoperij.
- De hond mag op zijn/haar beurt geen gebruik maken van vlijmscherpe hoektanden en niet-geveilde nagels. staarten en lange oren mogen wel meedoen.
- Als de bal buiten rolt, geldt er een gedoogbeleid naast het veld. Wie de bal als eerste op het veld brengt, krijgt een punt. Hoe je het doet, dat maakt niet uit. Enkel vuurwapens en discussiërende politici zijn verboden.
- Buitenspel bestaat niet. Toch geen hond die dat snapt.

73,5% waarheid

donderdag 16 juni 2011

Mocht jij muziek zijn




Mocht jij muziek zijn,
dan zou ik jaloers zijn
op zoveel.

Ik zou je wel delen,
maar niet met iedereen.
Ik zou met je pronken,
gewoon niet de hele tijd.
Ik zou je liefst
ergens stiekem
voor mezelf houden.



Mocht jij muziek zijn,
dan zou ik soms kwaad zijn.

Omdat je te hard bent
of te zacht.
Omdat je vals klinkt
en niet oprecht.

Omdat je niet luistert
en ik dat wel doe.


Mocht jij muziek zijn,
dan zou ik gek worden

Ik zou je laten afspelen,
opnieuw en opnieuw.
Je zou in mijn hoofd spoken
en me verwarren,
omdat je zo vaak
opnieuw en opnieuw
afspeelt.


Mocht jij muziek zijn,
dan zou ik van je houden.

Voor altijd,
denk ik.

donderdag 9 juni 2011

Bus 55


Toen ik daarnet op de bus zat en er een redelijk dik mevrouwtje een poging deed om op te stappen, moest ik plots terugdenken aan een opdracht die ik vorige maand kreeg bij Caviar. Ik moest er een cast samenstellen voor een spotje van Duracell. Meer bepaald: mensen kiezen met een profiel van een busreiziger, en zo een hele bus vol.
Ik kreeg een hele databank vol figuranten en moest er 20 geschikte kandidaten uithalen. Keith lachte nog dat ik maar eens aan de mensen op mijn eigen bus naar huis moest denken.
"En maak daar maar eens een mooi mixje van," zei hij.

Ja natuurlijk, daar zat ik dan. Denkend aan de 55 en zijn kleurrijke bevolking.

want... wie zat en zit doorgaans altijd op bus 55:

- Ik, omdat ik vaak de bus naar huis neem van Sint-Pietersstation. Maar ik mocht niet meedoen aan de spot.

- Een vrouw met een nektapijt tot op de grond die altijd met de buschauffeur staat te praten.
Niemand met nektapijten in de databank.

- Twee bijna identieke blonde meisjes met allebei een witte broek, witte pumps, witte nagelak, een witte diadeem en een witte gsm afgewerkt met pareltjes.
Niemand met blond haar en een witte parelgsm in de databank.

- Vier kleine ettertjes met een luid afspelende gsm vol kamelenmuziek.
Geen ettertjes met kamelenmuziek in de databank.

- Kalende dikke mensen met een marcelleke, die een beetje ongeduldig zijn bij het opstappen, ookal lukt dat vaak niet gezien hun postuur.
Geen dikke kalende mensen met een marcelleke in de databank.

- Een meisje met kort haar met enkel en alleen kleren van Esprit. Maar echt alles van wat ze draagt, is van Esprit, tot haar zakagenda toe. (Ze werkt blijkbaar bij Esprit, ontdekte ik achteraf via Laura)
Geen meisjes met korte haren en Espritkleren in de databank.

- Marginale mensen, want hoe omschrijf je ze anders. De zwerm petjesjongens met een net uitgestampte sigaret achter hun oren en een blik in hun ogen die direct op: "Wa ist me u." staat, als je iets te lang blijft kijken. Zo een soortje dat een lief oud vrouwtje op de achterbank zonder pardon op de middengang zou gooien, omdat ze op hun plaatsje zit.
Geen marginalen met petjes in de databank.

-Vechtende mensen, kotsende mensen, te luid telefonerende mensen, koppels die op het punt staan in een vechtscheiding over te gaan.
Allemaal niet in de databank.


Dat zit op mijn bus.
En dat zat allemaal niet in de databank!

84% waarheid.

vrijdag 3 juni 2011

Anna



Oude mensen zijn roddelziek, traag en irritant. Gewoon een afgebleekte schim van wat wij, jonge volken, zijn. 
Tenminste, dat denk ik toch elke keer als ik achter een rij bejaarden aanschuif in de supermarkt ...


Maar dan kom ik bij mijn oma en word ik even stil. Zit daar een fiere dame, 90 jaar oud, met een overwonnen kanker, bijna twee oorlogen achter de kiezen, zich af te vragen waarom ze nu toch de vijf over de wereld bekendste huisvrouwen (volgens Libelle) niet kan thuisbrengen. "En ik lees nochtans elke week de Libelle, kijk elke dag naar Het Journaal en De Rode Loper!" Dan lacht ze eens naar mij en lees ik in haar ogen een jeugdige nieuwsgierigheid die me op slag 70 jaar ouder doet voelen. Want stiekem, ik kende de huisvrouwen ook niet. 

En als ik vertel over mijn nieuwe jobje in Gent, geeft ze me een beschrijving van de Graslei, die beter klopt dan het in werkelijkheid is. Ze vraagt me soms de pieren uit mijn neus over dingske hier en dingske daar. Leeftijdsgenoten die op trouwen staan en waarin ze me alweer overtreft met haar kennis. En als ze over haar reizen begint lijkt ze de halve aardbol kent. New York? Zit het daar nog altijd vol met ratten? Ierland? Die overdrijven wel met hun kerken.

Ik geef toe, elke keer als ik van bij mijn meme Koeikens vertrek, ben ik de afgebleekte schim. Weg irritatie, weg roddels, weg traagheid. Mijn oma van 90 is een kind van deze tijd. Met een Golf 4 en een ietwat gevaarlijke rijstijl.  
Ik kijk op naar dat kranige dametje. De beste journalist van Kluizen, al beseft ze dat zelf niet echt.

99% waarheid.

zaterdag 28 mei 2011

De ladder




Ik kijk enorm op naar een bepaalde groep mensen. Ze zijn eigenlijk een klein beetje uniek. Iedereen kent er zo maar een paar echt goed.
Het soort zielen dat je nooit echt iets kan verwijten omdat ze door en door goed en sterk zijn. Die af en toe wel domme dingen doen, zoals iedereen wel eens, maar die dat gekke gedoe met gemak weer overeind krijgen.

Ik wou stiekem dat ik ook zo iemand was. Maar ik maak voorlopig nog teveel fouten om in die categorie thuis te horen.

Soms doe ik een poging en bouw ik een soort ladder op weg naar dat hoger niveau. Een van complimentjes en goede daden. Maar elke keer komt er wel een mannetje met een dikke schaar. Zo een groot rechtshandig ding dat mijn met linkse handen gebouwde ladder met gemak in tweeën knipt.

Dit zou gerust een liedje van Bart Peeters kunnen zijn of als ik dieren had gebruikt, een verhaal van Toon Tellegen. Jammergenoeg bestaat het mannetje echt en is zijn schaar soms heel erg slecht gezind. Ik floep er dan iets uit of ik doe alweer iets stom. Het is echt niet gemakkelijk om niet te zijn zoals je echt wil zijn.

Maar ik leef in goede hoop en denk aan wat later komt. Zo hoop ik stiekem ooit een ladder te bouwen die sterk genoeg is, dat ik eindelijk kan klimmen naar de categorie waarin ik pas. En mijn vrienden kan laten zien dat ik, met af en toe een flater hier en daar, ook ben zoals zij.

dit schrijfsel draag ik op aan alle Toontellegense eekhoorns in mijn leven.

zaterdag 21 mei 2011

Gelinkerhandicapt!



Wat sommigen ook beweren over de voordelen van linkshandig zijn... Ik vind het vooral gigantisch onhandig. Ik vervloek mezelf elke dag omdat ik niet deftig kan knippen, snijden, (netjes) schrijven, eten... Jaren aan mijn mama moeten vragen om het vlees op mijn bord te laten snijden, uit onkunde en uit beleefdheid voor de biefstuk. Ik kan het zelf ook wel maar geloof me, soms moet je je zwaktes kunnen toegeven.

De oorzaak hoef ik niet eens zo ver te zoeken.
Ik denk dat mijn linkerhand een soort trauma heeft opgelopen in het tweede leerjaar bij juffrouw Magda. Dat was tussen twee haakjes niet mijn meest favoriete juf. Ze kon er gewoon niet tegen dat ik al verder kon tellen dan de rest van mijn klasgenoten.
Op een keer gingen we een paddenstoel knutselen. Zo een mooie rode vliegenzwam. Een wc-papierrolletje en daarop een dekseltje, een rondje geknipt uit gekleurd, glanzend papier. En op dat rode deksel dikke ronde stippen. Toen ik, een half uur later dan de rest van de klas, klaar was met mijn erbarmelijke paddenstoelendeksel en half vierkante stippen, keek ik trots naar de juf. Zij echter, keek bedenkelijk weg... en bedacht hoe ze me kon uitleggen dat het echt geen kunstwerk was. Ze stuurde me daarom in een half gepikeerde bui richting derde kleuterklas, waar ik moest aankloppen met de boodschap: ik moet mijn paddenstoel komen tonen van juffrouw Magda. Wat toen volgde, is me lang, eigenlijk veel te lang bijgebleven. Juffrouw Claudine met spottende ondertoon: kijk kindjes, zo word je als je niet oplet in de derde kleuterklas! Tien minuten lang stond ik daar, uitgelachen worden door een dozijn kleuters tot de juf me weer richting 2e leerjaar stuurde. Zes jaar was ik, met traantjes in de ogen.


93% waarheid.

woensdag 11 mei 2011

Pas binnengelopen bericht

Vannacht, omstreeks 3.00u AM, werd een jarige dinosaurus opgemerkt ter hoogte van de Sint-Michielsbrug in Gent. De dino kwam wellicht van een feestje dat doorging op de Kouter, niet veel verderop. Eerder al kwamen klachten binnen bij politiezone Gent over geluidsoverlast op het plein.
Een dronken schipper merkte het prehistorisch dier op tijdens een avondwandeling langs de Korenlei. Hij verklaarde dat de dino wel vier meter hoog was en stilletjes "Happy Birthday" neuriede...
Verdere sporen zijn voorlopig bijster.
Merkt u de dino op, aarzel dan niet om contact op te nemen met Politiezone Gent of met de bevoegde instanties aan het stadskantoor. Om niet aan geloofwaardigheid in te boeten, doet u dat best binnen de kantooruren.
5% waarheid.